De mens centraal - Hoe kunnen we inclusief ontwerpen met ervaringsdeskundigheid centraal?

We werken al een tijdje samen met de Alliantie Digitaal Samenleven. Een van de creatieve sessies die wij mochten organiseren is die rond ervaringskennis en -deskundigheid. Hier is het verhaal te lezen dat Anne Peetoom schreef over het bijwonen van deze sessie.

De Alliantie Digitaal Samenleven organiseerde op woensdag 10 mei een bijeenkomst over ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid. Samen met bedrijfsleven, (semi-)overheid, maatschappelijke organisaties en belangenverenigingen ging de doelgroep van ervaringsdeskundigen in gesprek over inclusief ontwerpen van beleid, producten en diensten. De deelnemers gingen samen op zoek naar ervaringen om een samenleving voor iedereen, ongeacht leeftijd, fysieke mogelijkheden of culturele achtergrond,  toegankelijk te maken.

Tekst: Anne Peetoom

In de blauwe groep buitelen de ideeën over elkaar heen. Kleine post-its worden driftig volgeschreven en op een tijdlijn aan de muur geplakt. Hoe maak je in je organisatie duidelijk dat ze mensen met ervaringskennis moeten betrekken en bevragen? Dat staat of valt met onderbouwing, zo blijkt. Laat intern zien dat het inzetten van ervaringsdeskundigheid effectief is. Onderbouw dat inclusief werken soms betekent dat er meer budget nodig is. En dat dat niet erg is. Sterker nog: benadruk dat het raar is om geen gebruik te maken van de ervaringen van cliënten, mensen met lage digitale vaardigheden of beperkte taalvaardigheid, inwoners, patiënten, ouderen of juist jongeren.

Het is volle bak op deze woensdag 10 mei in Almere. Veel meer deelnemers dan verwacht hebben zich gemeld bij Number 90. Ze zijn afkomstig uit overheid, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en belangenverenigingen. Ze werken bijvoorbeeld als ambtenaar, IT-er, ontwerper of ervaringsdeskundige. Maar eigenlijk doet dat er nu niet toe. Aan functies doen we niet vandaag, zo stelt het team van de Alliantie Digitaal Samenleven. De mens staat centraal.

De bedoeling is om in drie groepen inzichten te delen hoe ervaringsdeskundigheid zo goed mogelijk ingezet kan worden. Wat gaat er al goed? Hoe vinden organisaties en mensen die vanuit eigen ervaring kunnen vertellen elkaar? Waar schuurt het? En waar is behoefte aan?

Wat meteen opvalt: niemand wil het wiel opnieuw uitvinden. Niemand wordt in de rede gevallen en er lijkt geen enkele betweter in de zaal te zijn. Iedereen wil luisteren en leren.

Deelnemers komen ‘s ochtends met concrete vragen binnen. Waarom lukt het ons niet om een deel van de mensen te bereiken die geld terug kunnen krijgen, vraagt Ellen van de Belastingdienst zich af. “Ongeveer de helft reageert helemaal niet als we een brief sturen. Wat moet je doen om ze te vertellen dat ze daar recht op hebben?”

“Het maatschappelijk systeem is ingericht op efficiëntie. Dat wringt met maatwerk.”

Deelnemer Jolanda herkent dat. “Het maatschappelijk systeem is ingericht op efficiëntie. Dat wringt met maatwerk. Inclusie gaat daarover. Wat ik hier wil ophalen? Ik wil vooral kennismaken met anderen binnen de Alliantie.” “We missen het zicht op bepaalde doelgroepen,” meldt een vertegenwoordiger uit de bankensector. En een ander: “Ik wil inclusief ontwerpen, maar hoe doe je dat op de juiste manier?” Een van de ervaringsdeskundigen wil het vandaag graag hebben over de eeuwige cadeaubon en de gebrekkige terugkoppeling van organisaties: “Wat doen ze uiteindelijk met mijn informatie?”

Hoe vind je elkaar?

Met hulp van een begeleider en heel veel felgekleurde post-its, clipboards en een complete kantoorboekhandel aan pennen, gaan de groepen aan de slag. Aan de muur hangen ter inspiratie eerdere quotes van ervaringsdeskundigen “Ik ben deskundig met ervaringskennis” of “Jullie willen inclusieve wijken. Waar zijn de inwoners dan?”

Aan de wand een groot vel met een tijdlijn die gevuld moet worden. De tijd is kort en er zijn veel thema’s te bespreken.

Hoe vind je als organisatie of bedrijf de juiste mensen met ervaringskennis? In stilte nog begint iedereen te schrijven. Diepe concentratie en soms lappen tekst. Maar al snel klinkt geroezemoes: er is veel te bespreken en iedereen is nieuwsgierig naar elkaars bevindingen. Ervaringen worden uitgewisseld: Een oproep in de supermarkt is lekker laagdrempelig om mensen met ervaringskennis te benaderen. Welnee, je moet mensen direct aanspreken. Als je één persoon hebt die meedoet, dan heb je er trouwens al snel twee of drie. Via de ene ervaringsdeskundige kom je makkelijk in contact met de ander. Breda benoemde ooit de plaatselijke friettent tijdelijk als Meldpunt voor onbegrijpelijke zaken. Ook zo kom je in gesprek met burgers.

Het ene groepje structureert het gesprek strak met vragen en antwoorden. Bij een andere groep klinkt soms een diepe zucht: “Het is zovéél.”

“Breda benoemde ooit de plaatselijke friettent tijdelijk als Meldpunt voor onbegrijpelijke zaken. Ook zo kom je in gesprek met burgers.”

De bibliotheken dan? Daar gebeurt al heel veel. Maar, zo brengt deelnemer Marc in: mensen denken dat ze dan lid moeten worden. Houd rekening met dat soort praktische obstakels. En autochtone Nederlanders vinden het lastig om open en bloot in de bieb bekend te staan als iemand die moeite heeft met de eigen moedertaal. Van mensen met een niet- Nederlandstalige achtergrond wordt dat gemakkelijker gepikt, zo denken ze. Er is een veilige omgeving nodig om te vertellen dat je moeite hebt met taal. “Ze lezen niet,” zegt Radj van Stichting Lezen en Schrijven, “maar ze luisteren wel. Radio is een goed medium om mensen met lage leesvaardigheden te bereiken.

“We zijn nog lang niet klaar,” bromt het achterste groepje in de zaal. Maar we moeten door.

De post-its worden opgeplakt en besproken. De truien en vesten gaan uit. Het wordt warm. Er is een soort positieve zoem ontstaan, zo vat een van de deelnemers het later samen.

Hobbels in de samenwerking

Een groot thema is de vergoeding die ervaringsdeskundigen vaak niét mogen krijgen, omdat ze alle bijverdiensten meteen moeten inleveren vanwege bijvoorbeeld een bijstandsuitkering. Het liefst worden mensen betaald voor hun kennis, maar daar is dus een systeemwijziging voor nodig. De manier van belonen moet vooraf duidelijk zijn. Een boekenbon? Een van de ervaringsdeskundigen oppert dan liever een iPad of een Playstation. “Daar heeft mijn zoontje ook nog wat aan.” Gemeenteambtenaar Marieke vindt het een lastig dilemma: “Ik vind het ongemakkelijk om te bedenken wat je als beloning geeft.”

“Bied ook woorden!” vult iemand aan. “Vergeet niet te vertellen hoe blij je bent met iemands input. Maak bijeenkomsten leuk. Ga samen eens uit eten, zorg dat de relatie gelijkwaardig is.”

“Ik vind het ongemakkelijk om te bedenken wat je als beloning geeft.”

Toch blijkt soms dat met de input van de kennis niet veel is gedaan, met teleurgestelde ervaringsdeskundigen als resultaat. Als het gesprek daarover gaat, knikt Maritsa bijna ongemerkt. Na afloop vertelt ze dat ze soms het idee heeft gehad dat naar haar mening werd gevraagd zodat de gemeente een vinkje kon zetten. Ziezo, bewoners gevraagd en klaar. Een excuus-vinkje.

Terwijl buiten een trein voorbij dendert, buigt de blauwe groep zich binnen over de vraag wat nodig is om inclusieve samenwerking soepel te laten lopen. Soms is dat overdonderend simpel: zorg voor een klein bedrag om de koffie en thee in een bibliotheek of buurthuis te faciliteren. Overheid en bedrijven vergeten vaak dat het om vrijwilligersorganisaties gaat met een klein budget. Maar er zijn ook grotere hobbels te nemen: Wijkteams die niet met de juiste mensen zijn bemenst. Een willekeur aan gemeentelijk beleid. “We komen zoveel mensen tegen met een groot ego. Ik ben soms bang om mijn mening te geven,” vertelt een ervaringsdeskundige in een pauze. Het wantrouwen in de overheid komt steeds terug in de gesprekken. Zeker als het om gemeente, jeugdzorg of belastingdienst gaat. Als je een relatie van afhankelijkheid hebt met je gesprekspartner, wordt het moeilijk om echt te zeggen wat je op je hart hebt. “Je weet nooit of deze ambtenaar kan beslissen over jouw inkomen,” zegt een andere deelnemer. Misschien is dat wantrouwen niet terecht, maar toch. Hij wil om die reden niet met naam worden genoemd. Helemaal gelijkwaardig voelt zo’n gesprek niet, vertelt hij. “De angst om iets verkeerd te zeggen en daarvoor te worden gestraft, is groot.” De toeslagenaffaire heeft erin gehakt. Een klacht insturen als je een brief van de Belastingdienst niet begrijpt, ook al kan dat via een anonieme sticker op de retourenvelop? Deze ervaringsdeskundige kijkt wel uit: “Klagen is levensgevaarlijk. Ik gooi die brief liever weg”.

“Als je een relatie van afhankelijkheid hebt met je gesprekspartner, wordt het moeilijk om echt te zeggen wat je op je hart hebt.”

Voor een lerend netwerk als de Alliantie Digitaal Samenleven is het noodzakelijk dit soort verhalen op te halen, juist die waar het wringt. Aan het eind van de ochtend komen veel ideeën terug in de plenaire afsluiting, maar vooral de opvallend positieve zoem. Natuurlijk is niet op iedere concrete vraag deze ochtend een antwoord gevonden en een gelijkwaardige wederkerige relatie tussen mensen met ervaringskennis en organisaties blijkt niet altijd makkelijk te realiseren. Inclusief samenwerken vraagt inzet van mensen die écht iets willen veranderen, zo concludeert programmamanager Wietske Kamsma in haar dankwoord. Hobbels genoeg nog. Ervaringsdeskundige Jos vat het samen: “We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Het wiel is er al.” Het moet alleen nog soepel gaan draaien.