De Twentse Zorgcentra vraagt: “Hoe bevorderen we kennisdeling bij de organisatiebrede transitie naar zelfsturing?”
IN 2015 KREEG SOCIAL ENVOY DE OPDRACHT OM DE TRANSITIE NAAR ZELFSTURING TE BEKRACHTIGEN MET ‘ONLINE COMMUNITIES’.
Zelfsturing
DTZC zette een grote cultuurverandering in gang richting zelfsturing. Dit betekende een kanteling van de gehele organisatie. Bestaande communicatiestructuren vervielen door bijvoorbeeld het uitdunnen van de managementlaag. Woongroepen werden zelf verantwoordelijk voor de planning, het team, de financiën, etc. Het doel was het verhogen van de kwaliteit van zorg en het efficiënter organiseren van zorgprocessen.
De online learning communities moesten bijdragen aan:
- Kennisdeling tussen professionals en verwanten binnen woongroepen (en in de toekomst ook cliënten)
- Realisatie van kortere lijnen tussen staf en woongroepen en tussen regio’s
- Creatie van leercirkels (communities) rondom specifieke thema’s (denk aan autisme, EMB, ouder wordende cliënten, etc.)
We wilden communities bouwen in het primaire proces. Het moest er direct toe doen. Iets opleveren wat direct tastbaar was in tijd en/of kwaliteit.
Aanpak
Onze aanpak was gericht op het bottom-up realiseren van communities. Er vonden immers al zoveel veranderingen plaats dat we deze nieuwe leerbeweging vanuit de behoefte wilden laten ontstaan. We zijn gestart met 3 vooruitstrevende communities die als voorbeeld dienden voor anderen. We begonnen met het uitgebreid doorspeken hoe hun netwerk eruit zag, welke vragen ze hadden en wat urgente doelstellingen waren. Ook toetsten we binnen het geschetste netwerk of er voldoende behoefte was om deel te nemen.
Als eerste gingen we aan de slag met de gedragskundigen (30 professionals). De tweede groep was een woongroep (8 professionals en 10 verwanten). De derde groep waren alle professionals binnen het werkveld Kind&Gezin (200 professionals).
Voorbeelden als springplank
Deze best practices inspireerden anderen en zorgden zo voor een enorme vraag vanuit alle delen van de organisatie om ook online samen te werken. We creëerden een pull in plaats van een push. Een echte bottom-up beweging vanuit urgentie en relevantie in plaats van ‘iets wat erbij kwam’.
Er ontstond een flinke groei van communities. Voorbeelden zijn:
- andere woongroepen
- kenniskring LVB+
- verwantenraad
- OR
- Ondersteuning aan Huis
Ook de vraag om communities te starten met verwanten en cliëntvertegenwoordigers werd gesteld. Men kreeg door de voorbeelden een beter begrip van wat communities kunnen brengen. Zo ontstond vertrouwen en logischerwijs volgde de vraag “Hoe kunnen we cliënten laten meedoen aan deze beweging?”.
DTZC liep met deze vraag ver voorop
Er zijn nog nauwelijks voorbeelden van online learning communities binnen organisaties waar cliënten ook toegang toe hebben. In sessies zijn we met cliënten aan de slag gegaan om hun behoeften te onderzoeken. Waar willen ze over meepraten, wat is er mogelijk en voor wie? Zo werd duidelijk dat ze informatie missen over de dagelijkse activiteiten, ze behoefte hebben om mee te praten over zaken zoals het verkeer of het eten. Dit hebben we echter niet verder kunnen uitwerken in de communities binnen DTZC.
In een jaar tijd hebben wij bij DTZC met ongeveer 500 medewerkers en verwanten online communities vorm gegeven. Vervolgens kwam DTZC in zwaar weer waardoor investeringen in dit nieuwe project op een laag pitje kwamen te staan. We konden daardoor de beoogde groei niet realiseren door o.a. de licentiekosten. Wel is hier onze visie ontstaan op het vormgeven van communities vanuit gelijkwaardigheid, vanuit zeggenschap en vanuit de Driehoek. Medewerkers, verwanten en cliënten kunnen en willen waar mogelijk meepraten.
- OpdrachtgeverDe Twentse Zorgcentra is de grootste aanbieder van zorg- en dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking in Twente.
- Onze rolCommunities bouwen || Cliëntparticipatie vormgeven
- Resultaat500 Deelnemers in communities || Digitaal prototype 'verhalen vanuit meervoudige perspectieven' || Digitaal prototype 'communicatie cliënten' || Strategisch plan cliëntparticipatie
- Periode2 jaar; maart 2015 - maart 2017